1. Hostnaam
Dit is altijd de domeinnaam of sub-domeinnaam. Mocht er in de voorbeelden van een dienstleverancier een @ in het voorbeeld staan vul dan de domeinnaam waarom het gaat. In dit veld mag geen punt geplaatst worden achter de domeinnaam.
2. TTL (Time to Live)
TTL is een waarde die aangeeft hoe lang een DNS-record geldig blijft in de cache van een DNS-server of een client. Het wordt uitgedrukt in seconden. Bij ons staan deze voor A, AAAA, TXT, TLSA meestal op 1 uur (3600). NS records staan bij ons op 24 uur (86400).
3. Record Type
Verschillende record types die beschikbaar zijn zoals bijvoorbeeld:
- A Record (Functie: Verbindt een domeinnaam met een IPv4-adres.
Voorbeeld: example.com -> 192.0.2.1) - AAAA Record (Functie: Verbindt een domeinnaam met een IPv6-adres.
Voorbeeld: example.com -> 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334) - CNAME Record: (Functie: Verwijst een domeinnaam naar een andere domeinnaam.
Voorbeeld: www.example.com -> example.com.) - MX Record: (Functie: Geeft de mailservers aan die verantwoordelijk zijn voor het ontvangen van e-mail voor het domein.
Voorbeeld: example.com -> mail.example.com.) - NS Record: (Functie: Geeft de naamservers aan die autoriteit hebben over het domein.
Voorbeeld: example.com -> ns1.example.com.) - SRV Record: (Functie: Geeft informatie over beschikbare diensten en hun locaties.
Voorbeeld: _sip._tcp.example.com -> sipserver.example.com.) - TXT Record: (Functie: Slaat tekstinformatie op voor verschillende doeleinden, zoals verificatie en SPF (Sender Policy Framework).
Voorbeeld: example.com -> "v=spf1 include:_spf.example.com -all") - TLSA Record: (Functie: Verbindt een TLS-servercertificaat met een domeinnaam, wat helpt bij het beveiligen van de communicatie.
Voorbeeld: _443._tcp.example.com -> 3 1 1 9a5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e6b5c4e5e)
4. Prioriteit in MX-records (e-mail)
Elk MX-record heeft een prioriteitswaarde, ook wel "preference" of "priority" genoemd.
Deze waarde is een geheel getal, waarbij een lagere waarde een hogere prioriteit aangeeft.
Hoe werkt het?
Wanneer een e-mail wordt verzonden naar een domein, kijkt de verzendende mailserver naar de MX-records van dat domein.
De mailserver probeert eerst de mailserver met de hoogste prioriteit (laagste getal) te benaderen.
Als de mailserver met de hoogste prioriteit niet beschikbaar is, probeert de verzendende mailserver de volgende mailserver in de lijst, op basis van de prioriteitswaarden.
Voorbeeld: Stel dat een domein de volgende MX-records heeft:
10 mail1.example.com
20 mail2.example.com
30 mail3.example.com
In dit geval zal de verzendende mailserver eerst proberen om de e-mail af te leveren bij mail1.example.com. Als deze niet beschikbaar is, zal de mailserver proberen om de e-mail af te leveren bij mail2.example.com, en als die ook niet beschikbaar is, bij mail3.example.com.
De prioriteit van MX-records zorgt ervoor dat e-mail betrouwbaar wordt afgeleverd, zelfs als een van de mailservers niet beschikbaar is.
5. Adres / Waarde / Value
De waarde kan in dit veld is afhankelijk van het record type. Hieronder voorbeelden met de waarden zoals ze ingevoerd moeten worden:
A-record: Altijd een IP-adres bijvoorbeeld: 1.2.3.4
AAAA-record: Altijd een IPv6-adres bijvoorbeeld: 2a0b:f380:3e8::24f
CNAME-record: Altijd een domeinnaam (altijd achter de domeinnaam eindigen met een . ) bijvoorbeeld: server1.example.com.
MX-record: Altijd een domeinnaam (altijd achter de domeinnaam eindigen met een . ) bijvoorbeeld: pmg.digiworks.nl.
TXT-record: Dit is variabele tekst (De waarde moet altijd tussen "" tekens staan ) bijvoorbeeld: "v=spf1 include:_spf.example.com -all"
TLSA-record: Kijk voor de weergave /uitleg voor niet dagelijkse records op de DNS Manager pagina.
SRV-record: Kijk voor de weergave /uitleg voor niet dagelijkse records op de DNS Manager pagina.
